BTW en privé-gebruik onroerend goed


Onlangs heeft minister De Jager van Financiën een wetsvoorstel ingediend waarmee op de beoogde ingangsdatum 1-1-2011 de Wet op de omzetbelasting wordt aangepast. Deze aanpassing houdt in dat de heffing van BTW over privégebruik van onroerende zaken vanaf 2011 zal veranderen.

Vanaf 2011 is feitelijk alleen nog aftrek van BTW mogelijk voor het zakelijk gebruik. Er geldt vanaf 2011 namelijk een zogenaamde verplichte beperking van de BTW-aftrek voor het privé-gebruik. Daardoor zal er vanaf 2011 over het privé-gebruik van de onroerende zaak geen BTW meer worden gecorrigeerd.

Huidige wetgeving
Onder de huidige wetgeving heeft een ondernemer de keuze om investeringsgoederen voor de BTW geheel tot het bedrijfsvermogen te rekenen als deze goederen voor zowel bedrijfs- als voor privé‑doeleinden worden gebruikt. De ondernemer die ondernemer is voor de BTW kan dan de over deze goederen verschuldigde BTW geheel in aftrek brengen. Wel dient hij gedurende een periode van tien jaar jaarlijks voor de BTW een correctie aan te brengen voor het privé-gebruik van deze goederen. Een voorbeeld van zo’n investeringsgoed is een onroerende zaak dat als woon- werkpand wordt gebruikt.

Op grond van het hiervoor genoemde wetsvoorstel is het vanaf 2011 niet langer mogelijk de gehele op de aanschaf betaalde BTW in aftrek te brengen. Dat zal alleen nog mogelijk zijn voor het deel dat zakelijk wordt gebruikt. Indien in het bedrijfs- of privé-gebruik van de onroerende zaak gedurende tien jaar een wijziging komt, dan dient een correctie van de afgetrokken BTW plaats te vinden. Voor deze correctie wordt aangesloten bij de bestaande tienjaars herzieningsregeling.

Opgemerkt dient te worden dat deze aftrekbeperking van BTW voor privé-gebruik ook van toepassing is op een onroerende zaak die tot het bedrijf behoort en door het personeel van de ondernemer gebruikt wordt voor privé-doeleinden.