Familiebank aantrekkelijk

Het kan aantrekkelijk zijn in familieverband (ouders aan kinderen) leningen voor de eigen woning te verstrekken. De ouder kan een hogere rente krijgen dan op spaarrekeningen in de regel wordt vergoed en het kind zal mogelijk minder rente hoeven te betalen dan bij een bank. Voor de ouder valt de vordering in box 3, terwijl voor het kind renteaftrek in box 1 (eigen woning) van toepassing is. Dergelijke financieringen zijn mogelijk voor aankoop van een eigen woning, maar ook voor verbouwings– en onderhoudskosten met betrekking tot de eigen woning. Als ouder kan men vanuit fiscaal oogpunt het best de neiging om een zo laag mogelijke rente aan het kind te vragen onderdrukken en zou men moeten kiezen voor een zo hoog mogelijke rente in combinatie met schenkingen. Voor de ouder blijft de ontvangen rente onbelast in box 3, terwijl de hoge rente voor het kind een extra fiscaal voordeel oplevert. Als hypothecaire zekerheid ontbreekt, rechtvaardigt dat een hogere rente. Dat geldt ook bij een ‘topfinanciering’. Wel dient de rente zakelijk te blijven. Een rente die maximaal 25 procent hoger ligt dan de bij banken gangbare tarieven, zal niet op problemen hoeven te stuiten. Als bijvoorbeeld de bankrente bij 10 jaar rentevast 5,6% is, zou tussen ouders en kinderen 7% kunnen worden gehanteerd. De hoogte van de rente is afhankelijk van de looptijd en renteherzieningstermijn. Als kan worden afgezien van hypothecaire zekerheid worden bovendien de kosten van de hypotheekakte uitgespaard.Schenkingen en afsluitprovisie
De ouders kunnen jaarlijks een zodanige schenking doen aan het betreffende kind dat de extra rentevergoeding die de ouders ontvangen ten opzichte van wat zij op het aangewende geld voorheen aan rente ontvingen naar het kind gaat. Om de renteaftrek veilig te stellen, moet het kind de rente wel daadwerkelijk betalen. De ouders zouden eventueel eerst kunnen schenken, waarna het kind de rente betaalt. Indien de extra schenking niet meer onder de vrijstelling van schenkbelasting valt, zal veelal slechts 10% schenkbelasting verschuldigd zijn, terwijl de belastingaftrek al gauw 42% op zal leveren. Laat het kind een afsluitprovisie van 1,5% betalen. Ook die afsluitprovisie is voor de ouders onbelast (box 3). De ouders kunnen dit vervolgens terugschenken. In het jaar van betaling is maximaal € 3.630,- aan afsluitprovisie aftrekbaar. Het meerdere wordt uitgesmeerd over de looptijd van de lening. Overwogen kan worden om bewust voor een beperkte looptijd van bijvoorbeeld vijf jaar te kiezen. Zo kan het surplus redelijk snel als aftrekpost worden geëffectueerd. Na vijf jaar kan de lening worden verlengd. Bij een hoger bedrag aan afsluitprovisie dan € 3.630,- wordt het meerdere geacht ‘vooruitbetaalde rente’ te zijn. Dit betekent dat zes maanden vooruitbetalen van rente in dat geval niet werkt. Deze rente dient dan in aanmerking te worden genomen in het jaar waarop zij betrekking heeft.

Geen liquiditeiten?

Stel de ouders beschikken niet over de benodigde liquiditeiten om een lening aan een kind te verstrekken. Maar de ouders hebben wel overwaarde in hun woning. Zij zouden in dat geval zelf een hypotheeklening op kunnen nemen op hun eigen woning. Vervolgens kunnen zij het opgenomen bedrag met een kleine rentemarge van bijvoorbeeld 1% doorlenen aan het kind. Let wel: er mag geen recht op de schenkingen bestaan. Per jaar moeten de ouders kunnen beslissen of ze wel of niet een bedrag zullen schenken. Op 1 januari 2010 is de Successiewet, waarin ook de schenkingen geregeld zijn, gewijzigd. Voortaan is het mogelijk om de eenmalig hoge vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen de 18 en 35 jaar één keer met € 26.000,- te verhogen van € 24.000,- naar € 50.000,- als het geschonken bedrag wordt gebruikt voor de aankoop van een eigen woning door het kind. Helaas geldt de verhoogde eenmalige vrijstelling niet voor het aflossen van een geldlening eigen woning. De staatssecretaris keurt goed dat men ervoor kiest alleen het extra deel van € 26.000,- te gebruiken voorde aankoop van het huis. De twee bedragen van € 26.000,- en de resterende € 24.000,- mogen niet in twee verschillende jaren worden geschonken. Voor het aldus geschonken bedrag vervalt dan natuurlijk wel de renteaftrek. Wie vóór 1 januari 2010 al een beroep heeft gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling voor een schenking aan kinderen heeft daarna nog eens recht op de additionele vrijstelling van € 26.000,- (€ 50.000,- minus € 24.000,-). Deze moet dan helemaal worden gebruikt voor de aankoop van het huis.

 

Voorbeeld
Stel u leent € 50.000,- aan uw kind. Op een spaarrekening zou u 3% rente ontvangen. Uw kind gebruikt het geld voor de aankoop van een huis. Wat hij verder nog nodig heeft, leent hij van de bank. Onder vergelijkbare condities bij de bank lenen kost 5,6% per jaar. U mag dus (5,6% + 0,25 x 5,6% =) 7% rente rekenen. Uw kind trekt de rente af tegen 42%.


Uw voordeel
Als u niet aan uw kind zou lenen, zou u over uw spaarsaldo van € 50.000,- jaarlijks € 1.500,- rente ontvangen. Over het spaarsaldo van € 50.000,- betaalt u 1,2% belasting in box 3, ofwel € 600,-. Per saldo houdt u dus € 900 over van de rente. Leent u aan uw kind tegen 7%, dan ontvangt u € 3.500,-. In box 3 betaalt u 1,2% x 50.000 = € 600,- belasting en houdt u van uw rente € 2.900,- over. Dat is € 2.000,- meer dan wanneer u uw geld op de spaarrekening laat staan.

Voordeel van kind
Leent uw kind bij de bank, dan zou hij 5,6% x € 50.000,- = € 2.800,- rente moeten betalen. Uw kind kan de rente aftrekken tegen 42%. Netto betaalt hij dan € 1.624,-. Leent uw kind van u, dan betaalt hij € 3.500,- rente aan u. De aan u betaalde rente kan hij aftrekken. Netto betaalt hij dan € 2.030,-. Dat is € 406,- meer dan hij netto kwijt zou zijn geweest bij de bank. Maar als u vervolgens uw voordeel van € 2.000,- belastingvrij aan uw kind schenkt, dan heeft uw kind een voordeel van € 1.596,- netto per jaar.