Het is bijna onmogelijk om alle fiscale regelingen en verplichtingen te kennen, maar als u een verplichting richting de Belastingdienst niet (of niet tijdig) nakomt, krijgt u te maken met aanslagen, verhoogd met een boete. Om belastingplichtigen te dwingen (op tijd) aan hun fiscale verplichtingen te voldoen, zijn er twee soorten boetes bedacht; de verzuimboete voor lichte overtredingen en de vergrijpboete bij zwaardere overtredingen met opzet of grove schuld. Soms gaat er iets verkeerd zonder dat er een boete mag volgen. Dat is het geval bij afwezigheid van alle schuld, maar ook bij een pleitbaar standpunt dat door de belastingplichtige moet worden aangetoond. Ook blijft in een aantal gevallen de boete achterwege bij een vrijwillige verbetering achteraf.
Verhoogde boetes
Met ingang van 1 januari 2011 kan de Belastingdienst u een boete opleggen als u een aanslag niet, niet helemaal of te laat betaalt. Het gaat dan om aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, erfbelasting of schenkbelasting. De boete bedraagt 5% van het niet, niet helemaal of te laat betaalde bedrag. In alle gevallen bedraagt de boete minimaal € 50,- en maximaal € 4.920,-. De Belastingdienst kan in uitzonderlijke gevallen een boete van € 4.920,- opleggen, zonder rekening te houden met de genoemde 5%.
Als u een aanslag in termijnen mag betalen, kan bij elke termijn een boete opgelegd worden door de Belastingdienst als de termijn niet, niet helemaal of niet op tijd is betaald. Dat kan bij stelselmatig ‘fout’ betalen behoorlijk in de papieren lopen. Helemaal omdat de boete bovenop de andere kosten van te laat betalen komt (zoals invorderingsrente en aanmaningskosten).
De Belastingdienst heeft toegezegd voorlopig nog niet heel streng te zijn. De verzuimboetes zullen vooralsnog met name worden opgelegd aan belastingschuldigen die stelselmatig niet, niet helemaal of te laat betalen.