Geld lenen aan eigen BV


Als een directeur-grootaandeelhouder (DGA) of iemand uit zijn nabije omgeving geld uitleent aan zijn BV, gaan bij de Belastingdienst de alarmbellen rinkelen. Omdat de DGA optreedt als vertegenwoordiger van de BV kunnen de afspraken fiscaal geoptimaliseerd zijn. Dit betekent extra aandacht bij het behandelen van de aangifte inkomstenbelasting. De rente die de DGA krijgt van zijn BV wordt in box 1 belast tegen het progressieve tarief dat kan oplopen tot 52%. Hierbij moet dan nog wel worden opgemerkt dat met ingang van 1 januari 2010 12% van het voordeel buiten aanmerking mag blijven.

Stel dat een DGA € 100.000 uitleent aan zijn BV tegen een rente van 4% dan krijgt hij € 4.000 rente. Hiervan is 12% vrijgesteld. Uiteindelijk wordt € 3.520 belast. Bij een tarief van 52% moet hij dan € 1.830 aan belasting betalen. Per saldo een belastingdruk van bijna 46%.

Doorschuiven naar partner?
De inkomsten uit het ter beschikking stellen van vermogen aan de eigen BV wordt belast bij de belastingplichtige zelf. Men kan het inkomen niet doorschuiven naar de partner. In de praktijk dacht men hier een oplossing voor te hebben gevonden voor mensen die in algehele gemeenschap van goederen gehuwd waren. De lening werd dan niet verstrekt door de DGA, maar door de partner. De adviseurs gingen er vanuit dat dan de partner de rente zou moeten aangeven. Als deze geen of minder inkomen dan de DGA had, was er minder belasting over de rente verschuldigd. De Belastingdienst had hier een andere mening over. Zij vond dat ieder de helft van de rente moest aangeven, want de lening viel in de huwelijksgemeenschap.

Wetswijziging bij Tweede Kamer ingediend
Het zal u niet verbazen dat dit tot een rechtszaak heeft geleid. Uiteindelijk moest de Hoge Raad er aan te pas komen. Zij was van mening dat de adviseurs in het gelijk moesten worden gesteld. Door de leningsovereenkomst op naam van de partner te zetten, kon men de belastingdruk verminderen. Het ministerie van Financiën heeft vervolgens niet stil gezeten en heeft inmiddels al een wetswijziging bij de Tweede Kamer ingediend. Als dit voorstel wordt aangenomen, moet de rente van een lening die in een huwelijksgemeenschap valt voor 50% door de DGA worden aangegeven en 50% door de partner. Het maakt dan niet meer uit op wiens naam de leningsovereenkomst is opgesteld. Deze wetswijziging zal naar verwachting op 1 januari 2011 in werking treden.