Overgangsregeling verhoging BTW-tarief
Per 1 oktober 2012 gaat het hoge BTW-tarief van 19 naar 21 procent. Er komt een overgangsmaatregel voor lopende projecten. Voor de vraag of 19 of 21 procent BTW in rekening moet worden gebracht, is het moment van presteren (bijna altijd) doorslaggevend. Het moment van uitreiken van de factuur is niet van belang.
Een uitzondering zal worden gemaakt voor hen die vóór 28 april van dit jaar een nieuwbouwhuis hebben gekocht. Zij vallen niet onder de 21%, maar blijven 19% betalen, ook al wordt het huis na 1 oktober 2012 opgeleverd.
Versobering partneralimentatie
Politiek wordt gedebatteerd over de lengte van de betalingsduur van de partneralimentatie. Deze zou moeten worden verkort van twaalf naar vijf jaar. Als het huwelijk of het geregistreerde partnerschap korter heeft geduurd dan 3 jaar, krijgt de partner helemaal geen alimentatie meer.
Zoals bij veel voorstellen gelden ook hier al meteen weer uitzonderingen:
- zijn er kinderen, dan moet er alimentatie worden betaald tot het jongste kind 12 jaar is;
- als het huwelijk of het geregistreerde partnerschap langer dan 15 jaar heeft standgehouden, dan duurt de alimentatieplicht maximaal 10 jaar.
Het is vele verkeerszondaars een doorn in het oog: de boete, maar ook de in rekening gebrachte administratiekosten Deze kosten zijn helaas niet in strijd met de regelgeving, zo oordeelde recent het gerechtshof te Leeuwarden.
Werken na de AOW aantrekkelijker
De regels voor werkende AOW’ers worden versoepeld. Zo hoeft het loon bij ziekte maar zes weken in plaats van twee jaar te worden doorbetaald en de re-integratieverplichtingen worden beperkt. Het streven is om de maatregelen per 1 juli 2013 in te laten gaan.
Andere voorgestelde maatregelen zijn dat AOW’ers straks ook onder het wettelijk minimumloon vallen. Verder gaat het kabinet de mogelijkheid verruimen om vaker dan drie keer een tijdelijk contract aan te gaan met gepensioneerden. Ook wordt met het wetsvoorstel geregeld dat een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer automatisch eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd als daarover geen andere afspraken tussen werkgever en werknemer zijn gemaakt.
Incasso en betalingstermijnen
Vanaf 1 juli geldt een maximum aan de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en vanaf 1 januari 2013 worden betalingstermijnen wettelijk vastgelegd.
Per 1 juli 2012 is de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. In deze wet is bepaald dat buitengerechtelijke incassokosten als een percentage van het verschuldigde bedrag worden berekend. Bovendien is een minimale èn maximale vergoeding opgenomen. Op deze wijze wordt voorkomen dat schuldeisers te hoge incassokosten opleggen aan schuldenaren.
Voortaan zullen schuldeisers verplicht zijn eerst een aanmaning te sturen voordat incassokosten in rekening mogen worden gebracht. Schuldenaren krijgen daardoor extra de tijd om aan de vordering te voldoen. Blijft de betaling uit, dan mag de schuldeiser het minimumbedrag van € 40,- in rekening brengen of (als dat meer is) 15 procent over de eerste € 2.500,- die te laat betaald is. Over de volgende € 2.500,- mag 10 procent in rekening worden gebracht. Vervolgens wordt het percentage incassokosten steeds lager naarmate de vordering toeneemt. Het maximumbedrag dat een schuldeiser mag verhalen is € 6.775,-. Hierin zijn de kosten van een extern incassobureau begrepen.
Wanneer het vorderingen tussen bedrijven onderling betreft, kunnen zij afwijkende afspraken maken over de hoogte van de incassokosten.
Betalingstermijnen bedrijven onderling
Als er contractueel niets wordt vastgelegd, moet binnen 30 dagen na de factuurdatum worden betaald. In de overeenkomst mag een langere betaaltermijn van maximaal 60 dagen worden afgesproken. Een betalingstermijn van langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als aangetoond kan worden dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.