Lening aan eigen vennootschap

Het komt regelmatig voor dat een directeur-grootaandeelhouder aan zijn B.V. een lening verstrekt. Alsdan spreken we van het ‘ter beschikking stellen van vermogen aan de B.V.’ De rente die op deze lening wordt ontvangen valt dan ook onder de zogenaamde terbeschikkingstellingsregeling en is in principe progressief belast (maximaal tegen 52%) in box 1. Zou de vordering op de B.V. uiteindelijke niet inbaar blijken te zijn, dan wordt deze vordering in box 1 afgewaardeerd. Dit afwaarderingsverlies is aftrekbaar in box 1.

 

Vaak worden de voorwaarden waaronder de lening wordt verstrekt niet op papier vastgelegd

en/of zijn ze niet zakelijk. Recentelijk is dit weer eens in de rechtspraak aan de orde geweest. Dit soort leningen heeft nu een naam gekregen, de zogenaamd onzakelijke leningen. De Belastingdienst merkt het verstrekken van een lening waaraan geen overeenkomst ten grondslag ligt aan als onzakelijk handelen. Het verdient dus zeker aanbeveling om alle leningen tussen u en uw B.V. vast te leggen in een schriftelijke leningsovereenkomst. In deze overeenkomst dient in ieder geval het overeengekomen rentepercentage te

worden opgenomen en een aflossingsschema. Het geven van een vorm van zekerheid door de schuldenaar aan de schuldeiser is aan te bevelen. Kortom, er dient zakelijk gehandeld te worden tussen de directeur-grootaandeelhouder en zijn B.V. als ware zij vreemden van elkaar.

Gevolgen onzakelijk handelen

Als er geen of een te lage rente is overeengekomen, zal de Belastingdienst bij de directeur-grootaandeelhouder die de lening heeft verstrekt toch een zakelijke rente tot zijn inkomen in box 1 rekenen. Is er geen aflossingsschema overeengekomen, dan zal de Belastingdienst stellen dat de directeur-grootaandeelhouder die de lening heeft verstrekt aan zijn B.V. een zodanig hoog debiteurenrisico loopt dat een willekeurige derde (bijvoorbeeld een bank) niet zou hebben gelopen. Zou deze onzakelijke vordering op de B.V. uiteindelijk niet inbaar blijken te zijn, dan is het afwaarderingsverlies op de lening in box 1 niet aftrekbaar.

Het is dus zaak na te gaan of er leningsovereenkomsten zijn en of deze als zakelijk kunnen worden aangemerkt.