Een werkruimte thuis is bijvoorbeeld een kantoor, werkkamer of studeerkamer in de woning van de werknemer of DGA. Ook een atelier of andere ruimte die voor de uitoefening van de dienstbetrekking wordt gebruikt, is werkruimte. De wetgever heeft een onderscheid gemaakt tussen een zelfstandig gedeelte van de woning als werkruimte en een andere werkruimte. Een zelfstandig gedeelte houdt in dat de werkruimte bijvoorbeeld aan derden verhuurd zou kunnen worden, omdat deze beschikt over een eigen opgang en over eigen sanitair.
De rechtbank in Den Haag boog zich onlangs over een zaak van een BV die in 2008 aan drie werknemers een vergoeding had verstrekt van ieder € 1.815,- voor de inrichting van een werkruimte thuis. De inspecteur belastte die vergoeding omdat hij van mening was dat de betreffende werkruimte thuis in geen van de drie gevallen voldeed aan de voorwaarde dat de werkruimte een eigen opgang had.
Volgens de rechtbank geeft de uitvoeringsregeling loonbelasting geen ruimte voor een andere conclusie dan dat een belastingvrije vergoeding voor een werkkamer en voor de inrichting daarvan, alleen mogelijk is als de ruimte aan het zelfstandigheidscriterium voldoet.
Als al voldaan is aan het zelfstandigheidscriterium van de werkruimte, dan is alleen in de volgende twee gevallen een vrije vergoeding of verstrekking voor de kosten van een werkruimte thuis mogelijk.
- De werknemer heeft buitenshuis een soortgelijke werkruimte. Een vergoeding of verstrekking voor de kosten van een werkruimte hoort niet tot het loon als de werknemer in de werkruimte thuis 70% of meer van zijn arbeidsinkomen verdient.
- De werknemer heeft buitenshuis geen soortgelijke werkruimte. Een vergoeding of verstrekking voor de kosten van een werkruimte hoort niet tot het loon als de werknemer zijn arbeidsinkomen voor 70% of meer in of vanuit de werkruimte thuis verdient, en ook zijn arbeidsinkomen voor 30% of meer in de werkruimte thuis verdient.