Sinds 1 januari 2007 kunnen verliezen van BV’s nog maar worden verrekend met eventuele winsten van de komende negen boekjaren (‘carry forward’) en met de eventuele winst van het aan het jaar van verlies voorafgaande boekjaar (‘carry back’). Om de gevolgen van de economische crisis te verzachten is deze regeling verruimd; een verlies uit 2009 is verrekenbaar met de winsten uit 2006, 2007 en 2008 (dus 3 jaar terug, het oudste jaar eerst). De verruiming geldt ook nog voor verliezen in de jaren 2010 (verrekenbaar met 2007, 2008 en 2009) en 2011 (verrekenbaar met de jaren 2008, 2009 en 2010).
Verliezen zijn verrekenbaar als deze zijn vastgesteld in een beschikking. Deze beschikking wordt, als het goed is, gelijk met de aanslag vastgesteld. Mocht de beschikking ontbreken, dan moet binnen zes weken nadat de aanslag is opgelegd, bezwaar worden aangetekend. Anders raakt men formeel de verliezen kwijt. De voorwaartse verliesverrekening is in 2007 beperkt tot 9 jaar. Voor nog onverrekende verliezen uit de jaren 2002 of eerder is toen een overgangsregeling getroffen. Deze verliezen kunnen nog worden verrekend tot en met 2011. Bij onvoldoende winst in 2011 kunnen de oude verliezen niet meer worden verrekend en gaan deze definitief verloren. Dit leidt tot grote schade omdat een winst in een later boekjaar direct zal leiden tot belastingheffing. Dat vereist mogelijk maatregelen om het verdampen van oude verliezen in 2011 zoveel mogelijk te voorkomen.
Verwacht mag overigens worden dat de Belastingdienst kritisch zal kijken naar mogelijke oplossingen. Een gewaarschuwde BV en haar adviseur telt hier dus voor twee.
Verlies van een BV kan ook verdampen als het aandelenbezit in belangrijke mate wijzigt, bijvoorbeeld door verkoop of uitgifte van aandelen.