Als u als ondernemer een bedrijfsmiddel koopt, mag u de aanschafkosten niet direct in aftrek brengen. U moet op dit bedrijfsmiddel afschrijven. Ieder jaar mag u een deel van de aanschafprijs als kosten opvoeren. Het percentage dat u kunt afschrijven wordt bepaald door de periode dat het bedrijfsmiddel voor u bruikbaar is.De wetgever heeft hier wel beperkingen aan gesteld. Zo mag u niet meer dan 20% per jaar afschrijven op een bedrijfsmiddel (voor goodwill ligt dit percentage op 10%). In een aantal gevallen mag een ondernemer versneld afschrijven. In het kader van het bestrijden van de financiële crisis mag dit ook voor investeringen die u in 2011 doet. Deze maatregel is enige jaren geleden ingevoerd en nu met een jaar verlengd. Dit betekent dat u zelf mag kiezen hoe u het bedrijfsmiddel wil afschrijven. In het jaar van aanschaf mag u echter niet meer afschrijven dan 50%.Voor welke bedrijfsmiddelen? De regeling geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen. De belangrijkste uitzonderingen zijn: gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, dieren, immateriële activa (waaronder software), bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s. Uitgesloten zijn ook bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn om aan derden ter beschikking te stellen. Taxi’s en zeer zuinige personenauto’s mogen wel willekeurig worden afgeschreven. Wanneer interessant? |