Een ondernemer heeft recht op de zelfstandigenaftrek als hij minimaal 1.225 uur werkzaam is voor zijn onderneming. Hij kan dit bewijzen door de gewerkte uren goed te registreren. Het Gerechtshof in Amsterdam heeft recent een urenregistratie die te algemeen van aard en te globaal van opzet was niet als bewijs geaccepteerd. Wat was het geval?
Een ondernemer werkt in dienstbetrekking 32 uur per week bij een gemeente. Daarnaast runt hij samen met zijn echtgenote een financieel en juridisch adviesbureau. De omzet in de onderneming bedroeg in 2002 € 15.000,- en in 2003 € 20.000,-. De kosten waren hoger dan de omzet, zodat over beide jaren een verlies werd aangegeven. Volgens de urenspecificatie van de ondernemer heeft hij 1.767 uren aan de onderneming besteed, maar de inspecteur gelooft dat niet en corrigeert de zelfstandigenaftrek. Het geschil wordt uiteindelijk aan het Gerechtshof voorgelegd.
Zeer goed registreren
Het Hof ziet in de registratie dat er geen relatie gelegd kan worden tussen de door de ondernemer genoteerde uren en de aard van de daarmee samenhangende werkzaamheden. Een omschrijving als ‘Naam klant, 5 uren’ biedt volgens het Hof te weinig aanknopingspunten. Ook worden wekelijks bijna dezelfde werkzaamheden met daarvoor nagenoeg dezelfde uren genoteerd. Voor bijvoorbeeld ‘uren schrijven, belasting, facturering’ is per week meestal hetzelfde aantal uren genoteerd, hoewel dit werkzaamheden zijn die in de regel van week tot week in omvang verschillen. Volgens het Hof heeft de ondernemer dan ook niet voldaan aan de op hem rustende bewijslast. Hij heeft geen recht op de zelfstandigenaftrek. In een andere procedure is ook al eens uitgemaakt dat een achteraf opgesteld urenoverzicht ook niet kon dienen als voldoende bewijs. Het is dus zaak om, zeker waar twijfel over het aantal uren kan bestaan, doorlopend en in detail te registreren.
Versoepeling
Medio maart heeft minister De Jager van Financiën bekend gemaakt dat voor het behalen van het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek ook de uren mogen worden meegerekend die worden besteed aan acquisitie, scholing en het bijhouden van de administratie. De Belastingdienst zal hier soepel mee omgaan. De maatregel geldt voor de belastingaangifte over 2009 en 2010. Door de crisis kampen veel ondernemers met minder opdrachten, zodat ze moeite hebben met het halen van de norm van 1.225 uur om de zelfstandigenaftrek te mogen claimen.